19 december 2024

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Bouwwereld.

MPG-aanscherping per 1 juli 2025: wat verandert wel en wat niet?

Recentelijk heeft minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening besloten de geplande aanscherping van MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) uit te stellen. Dit gebeurde vanwege onzekerheid over de kosten die dit besluit met zich mee zou brengen. Tegelijkertijd staan we voor een verduurzamingsopgave die we niet uit het oog moeten verliezen. Wat gaat er nu wel en niet veranderen?

In de aanscherping van de MPG, die per 1 juli 2025 in zou gaan maar nu dus is uitgesteld, zijn de volgende wijzigingen opgenomen:

  • De MPG-eis voor woningen en kantoren wordt aangescherpt naar respectievelijk 0,5 en 0,85.
  • Ook voor andere gebouwfuncties wordt een eis gesteld aan de MPG-score.
  • Kleine niet-compacte woon- en kantoorfuncties krijgen een aangepaste, lichtere eis.
  • Er komt een duidelijkere demarcatie van de gebouwonderdelen die meegenomen moeten worden in de MPG-berekening.
  • De bepalingsmethode wordt aangepast: er komen extra milieu-effectcategorieën bij en de weging ervan wordt aangepast.
MPG-aanscherping per 1 juli 2025: wat wel en wat niet?

MEER WETEN?
Neem contact op met een van onze adviseurs.

BESLUIT OP BASIS VAN WOONTOP

Eind 2024 komt er een Woontop met overheden, investeerders, marktpartijen en woningcorporaties. Minister Keijzer wil op basis van deze bijeenkomst een besluit nemen over de aanscherpingen. Zij heeft aangegeven dat ze toch wel bereid is om de stap te zetten, als de aanscherpingen niet leiden tot kostenverhogingen of vertragingen.
Los van wat er op de Woontop besloten wordt, dienen we onze nationale bepalingsmethode wel aan te passen aan de Europese herziene bepalingsmethode EN 15804 +A2. Alleen dat leidt al tot wijzigingen en mogelijk een aanscherping. Dat lichten we verder uit.

MPG-SCORE, HOE ZIT HET OOK ALWEER?

De MPG, ofwel de MilieuPrestatie Gebouwen, is een rekenmethodiek die de milieubelasting van materialen in gebouwen bepaalt, uitgedrukt in een MPG-score: de zogenaamde schaduwprijs. Deze schaduwprijs is een optelsom van alle milieukosten van de toegepaste materialen en installaties in een gebouw. De bepalingsmethode geeft aan hoe deze kosten bepaald moeten worden. Dit is op basis van de vastgelegde milieu-impactcategorieën en de daaraan toegekende weging. De CO2-uitstoot is bijvoorbeeld één van die milieu-impactcategorieën. De huidige set van elf milieuimpactcategorieën wordt aangeduid met A1. De uiteindelijke schaduwprijs is de som van deze milieukosten, gedeeld door de levensduur en het (bruto) vloeroppervlak van het gebouw.

WIJZIGING BEPALINGSMETHODE: VAN A1 NAAR A2

De belangrijkste wijziging in de norm EN 15804 +A2 is de invoer van de nieuwe A2-rekenset. Die bestaat uit negentien milieu-impactcategorieën met bijbehorende weegfactoren. De nieuwe set heeft subindicatoren gekregen voor klimaatverandering en er zijn nieuwe indicatoren toegevoegd. Deze nieuwe set leidt tot een hogere schaduwprijs. In de figuur links is de wijziging weergegeven.

Twee opmerkingen bij deze wijzigingen:

  • Door het uitsplitsen van het effect klimaatverandering wordt nu zichtbaar in hoeverre biogeen materiaal (materiaal afkomstig van organismen) CO2 kan vastleggen tijdens de groei. Dit wordt binnen de milieukostenberekening in balans gebracht. Eveneens wordt zichtbaar hoeveel CO2 vrijkomt na de gebruiksfase van het product of materiaal.
  • Na nader onderzoek afgelopen zomer is de weegfactor van het effect landgebruik in het ontwerpbesluit naar beneden bijgesteld. Onderliggende fouten in het effect waterschaarste zijn gecorrigeerd. Daarmee worden onder andere biobased materialen meer waarheidsgetrouw gewaardeerd.
LBP|SIGHT grafiek - MPG-aanscherping per 1 juli 2025: wat wel en wat niet?

Figuur 1: De overgang van A1 naar A2. Meer milieu-impactcategorieën leiden tot een hogere schaduwprijs.

BOUWPROJECTEN

Door de wijzigingen in de bepalingsmethode zal de wettelijke MPG-eis aangepast moeten worden. Op basis van eerder onderzoek lijkt een verdubbeling van de schaduwprijs voor de hand te liggen. Met deze aanpassing is er in principe geen sprake van een aanscherping, maar slechts een correctie van de aangepaste bepalingsmethode.
Om een gevoel te krijgen bij het effect van de wijzigingen op de huidige bouwpraktijk, heeft LBP|Sight een willekeurige steekproef uitgevoerd. Daarvoor zijn de MPG-berekeningen van vier lopende projecten omgezet van A1 naar A2. De resultaten zijn weergegeven in de grafiek op de volgende pagina.
De grafiek toont dat de schaduwprijs bij één project met minder dan factor 2 toeneemt. Dit betreft een grondgebonden woning met betonvloeren, kalkzandsteen wanden, hsb-binnenspouwblad en metselwerk, een warmtepomp en gebruik van veel CAT1-kaarten. Bij de andere projecten neemt de schaduwprijs toe met factor 2,2 tot 2,4. Voor deze projecten leidt de wijziging tot een aanscherping van de MPG-eis van zo’n 10 tot 20 pro cent. Dit zijn een grondgebonden woning en appartementengebouwen. Ze zijn qua materialisering vergelijkbaar met het eerstgenoemde project, maar met meer CAT2- en CAT3-kaarten. De warmte- en koudelevering is hier op basis van externe warmtelevering. Voor duiding van deze resultaten is meer onderzoek nodig. Dit gebeurt met de Praktijktoets MPG, een initiatief van de BNA in samenwerking met ketenpartners en het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Figuur 2: De schaduwprijs in euro’s per vierkante meter BVO voor vier verschillende gebouwen, met dataset A1 en A2.

MILIEULAST VERLAGEN

Ongeacht of de MPG-eis nu wel of niet aangescherpt wordt, als we willen verduurzamen dan moeten we aandacht besteden aan het materiaalgebruik van onze gebouwde omgeving. Wat kun je doen bij de bouw van een woongebouw, een woning of een andere gebouwfunctie om de milieulast te verlagen en de MPG-score te verbeteren? De stappen hieronder helpen doorgaans bij het reduceren van de CO2-emissies en het verbeteren van MPG en BENG. Verlies die laatste ook niet uit het oog bij het maken van milieubewuste keuzes.

  • Niet bouwen is uit milieu-oogpunt de meest duurzame keuze. Laat onnodige materialen en bouwproducten daarom weg en voorkom bouwafval. Ook standaardiseren kan hierbij helpen. Kijk met deze blik naar het ontwerp en het bouwproces.
  • Ontwerp compact.
  • Minimaliseer de gebouwconstructie.
  • Beperk het open oppervlak in de gevels tot circa 40 procent (hieronder vallen glas, deuren, panelen en kozijnen).
  • Onderzoek of zonwerende maatregelen zoals bouwkundige overstekken, zonwerende beglazing en buitenzonwering een positief effect hebben.
  • Gebruik tweedehands materialen en bouwproducten. Denk aan direct hergebruik van gipsplaten, hout, stalen liggers en kanaalplaatvloeren. Ook sanitair, kunststof leidingen en schakelmateriaal kunnen hergebruikt worden.
  • Kies voor hernieuwbare materialen zoals hout, bamboe, hennep, vlaswol, cellulose, bio-EPS en biocomposiet. Pas dit in de constructie toe als binnenspouwbladen, thermische isolatie en gevelbekleding.
  • Pas materialen toe met een lage milieubelasting (dit kan aan de hand van de MKI-score). Kies leveranciers die hier bewust aandacht aan besteden en hun product hebben opgenomen in de Nationale Milieudatabase (NMD), of spoor hen aan dit te doen. Gebruik duurzaam beton wanneer construeren in hout geen optie is.

AAN DE SLAG

De regelgeving omtrent de MPG moet verder aangescherpt en verbreed worden. Of een verdere aanscherping nu vertraging oploopt of niet, laten we er als bouwsector niet op wachten. Draag bij aan de ontwikkeling van de MPG en gebruik deze als tool om steeds duurzamer te bouwen. Dit geldt niet alleen voor de architect of adviseur die de berekening opstelt, maar voor alle betrokken partijen: de overheid, adviseurs, opdrachtgevers, aannemers en leveranciers.

Vakgebieden (1)

Medewerkers (2)

Adviseur Janneke van der Weerd
Janneke
van der Weerd
Adviseur bouwfysica en duurzaamheid, vennoot
Adviseur Florence  Brusse
Florence
Brusse
Adviseur duurzaamheid