21 oktober 2024

Dit artikel verscheen eerder bij Bouwwereld

Verend opgelegde dekvloeren: zo moet het níet

Verend opgelegde dekvloeren kunnen goed samengaan met een juiste geluidisolatie, mits correct uitgevoerd. Dit artikel bespreekt twee praktijkvoorbeelden waarin de aansluiting van deze dekvloeren op bouwkundige constructies misging, wat leidde tot geluidoverlast. De juiste ontwerpkeuzes en uitvoeringsdetails zijn namelijk bepalend voor het succes.

Verend opgelegde dekvloeren zijn er in natte en droge varianten. Bij natte verend opgelegde dekvloeren wordt een verende laag op de constructieve vloer geplaatst, met daarop een zandcement of anhydriet dekvloer. Bij een droge verend opgelegde dekvloer wordt beplating, bijvoorbeeld gipsvezelbeplating, op de verende laag geplaatst. Dit zijn de zogeheten Estrich elementen. In beide gevallen bestaat de verende laag uit een materiaal met een lage stijfheid, zoals minerale wol of EPS.

Met deze opbouw kan, mits goed uitgevoerd, een laag contactgeluidniveau (dus een hoge contactgeluidisolatie) worden gerealiseerd in andere ruimten. Het is belangrijk dat de verende laag en de vaak toegepaste vloerverwarming goed worden aangebracht. Let ook op de aansluiting van de dekvloer met de bouwkundige constructies, zoals wanden en andere vloeren. In de praktijk gaat dat niet altijd goed, zo blijkt uit de volgende cases.

MEER WETEN?
Neem contact op met een van onze adviseurs.

Metal-studwand op natte dekvloer

In een woongebouw dat is opgeleverd in 2021, waren er direct na de oplevering klachten over de geluidisolatie tussen de woningen. Spraak- en loopgeluiden van de buren waren duidelijk hoorbaar en veroorzaakten hinder. LBP|Sight is gevraagd om hier onderzoek naar te doen.

In het woongebouw zijn betonvloeren met een natte verend opgelegde dekvloer toegepast. De woningscheidende metalstudwanden zijn geplaatst op de dekvloer. Dit zijn zogeheten dubbelskeletwanden. De verend opgelegde dekvloer zou zijn gedilateerd in het hart van de woningscheidende wanden, een skelet staat dus aan de ene kant van de dilatatie en het andere aan de andere kant.

Het contactgeluidniveau gemeten in verschillende situaties. Hoe lager het geluidniveau, hoe beter de geluidisolatie. Voor nieuwbouw geldt een eis aan het contactgeluidniveau (LnT,A) van maximaal 54 dB.

In de aangetroffen situatie zagen we dat zowel het gemeten contactgeluidniveau (de contactgeluidisolatie) als de luchtgeluidisolatie ver achterbleven bij de eis volgens het Bouwbesluit 2012 en de verwachting op basis van de opbouw van de vloeren en wanden. Vooral in de octaafbanden 250, 500 en 1.000 Hz was de gemeten geluidisolatie beperkt. Dit was duidelijk het gevolg van starre verbindingen tussen de verend opgelegde dekvloer van de aangrenzende woningen. LBP|Sight concludeerde dat de dilatatie niet of onvoldoende aanwezig was. In dit geval is het essentieel dat alle starre verbindingen worden verbroken. Voor dit specifieke project hebben is in overleg met de opdrachtgever eerst onderzocht of het doorzagen van de verend opgelegde dekvloer aan één zijde van de woningscheidende wand het gewenste resultaat zou opleveren. Uit de geluidmeting bleek dat zowel het contactgeluidniveau als de luchtgeluidisolatie verbeterd zijn, maar beide voldeden nog steeds ruimschoots niet aan de eisen. Daarom is de dekvloer aan de andere kant van de woningscheidende wand ook doorgezaagd. Dit gaf wederom verbetering, maar het was nog niet voldoende (zie bovenstaande grafiek). Alleen met een verzwaring van de metal-studwand door middel van extra gipsbeplating was de gemeten geluidisolatie nét voldoende. Het zou beter zijn geweest om de metal-studwand op de constructieve betonvloer te plaatsen en de verend opgelegde dekvloer per woning aan te brengen.

Natte dekvloer in verkeersruimten en woningen

In een woongebouw is een natte verend opgelegde dekvloer aangebracht in de gemeenschappelijke verkeersruimten en in de woningen. In de opleveringsfase van dit gebouw heeft LBP|Sight de luchtgeluidisolatie gemeten tussen de gemeenschappelijke verkeersruimten en de verblijfsruimten van de naastgelegen woningen.

In de aangetroffen situatie bleef de gemeten luchtgeluidisolatie substantieel achter bij de eis. De eerste ‘verdachte’ was de woningtoegangsdeur en het houtskeletbouw zijpaneel naast de toegangsdeur. Op basis van theorie, praktijkrichtlijnen en de prestatie-eisen van de toegepaste scheidingsconstructies zou echter met marge aan de eis voldaan moeten worden. Zelfs met verbeterde, optimale kierdichting rondom de woningtoegangsdeur en aanpassingen aan het zijpaneel, bleef de gemeten luchtgeluidisolatie nog iets achter bij zowel de eis als de verwachting.

Om de beperkte geluidisolatie te verklaren, is vervolgens het contactgeluidniveau tussen de gemeenschappelijke verkeersruimten en de woningen gemeten. Het resultaat voldeed aan de eis, maar was wel veel lager dan verwacht.

Anhydriet gelekt

Ook is het contactgeluidniveau gemeten in een ander bouwdeel, waar de vloerafwerking in de gemeenschappelijke verkeersruimten nog niet aanwezig was. In dit woongebouw was bij een aantal woningen anhydriet gelekt tussen de dekvloer en de scheidingsconstructie met de woningvoordeur. In deze situatie waren het contactgeluidniveau en de luchtgeluidisolatie lager dan verwacht. De gemeten luchtgeluidisolatie voldeed hier met marge aan zowel de eis als de verwachting (zie linker grafiek hieronder). In een situatie waarbij er geen koppelingen te zien waren, is ook een veel lager contactgeluidniveau gemeten.

De contactbruggen tussen de verend opgelegde dekvloer in de gemeenschappelijke verkeersruimten en de scheidingsconstructie met de woningtoegangsdeur en het zijpaneel verslechterden niet alleen het contactgeluidniveau, maar ook de luchtgeluidisolatie. Dit bleek vooral het geval te zijn in de octaafband 500 Hz.

Aanpak voor verbetering

Uit deze voorbeelden blijkt hoe belangrijk het is dat er geen starre verbindingen aanwezig zijn tussen een verend opgelegde dekvloer en andere bouwkundige constructies, zoals wanden en vloeren.

Het begint met het maken van doordachte ontwerpkeuzes, zodat de kans op starre verbindingen al in het ontwerp wordt voorkomen of geminimaliseerd. Hierbij kunnen de randvoorwaarden worden gehanteerd die zijn beschreven in NPR 5070. Daarnaast is het cruciaal dat er, van werkvoorbereiding tot vaklieden op de bouwplaats, gedegen kennis aanwezig is over de uitvoering van verend opgelegde dekvloeren om geluidhinder te voorkomen.

Vakgebieden (1)

Medewerkers (2)

Adviseur Michiel Verrips
Michiel
Verrips
Adviseur bouwakoestiek
Adviseur Marc Kalee
Marc
Kalee
Adviseur bouwakoestiek