22 mei, 2023

De massa-balans: Jeannette Levels over de circulaire verbouwing bij Nationale Nederlanden

Auteur: Marieke van den Heuvel (STUDIO MANN)

De verbouwingen van Haagse Poort en Delftse poort – twee kantoren van Nationale Nederlanden – zijn geïnitieerd om een nieuwe manier van werken te faciliteren. De doelstellingen waren ambitieus: 100 procent circulair werken, 0 procent afval, een zo laag mogelijke milieukostenindicator (MKI) en WELL-certificering.

Jeannette Levels-Vermeer, senior adviseur duurzaamheid, vertelt over dit project en de manier waarop de verbouwing meetbaar is gemaakt.

De circulaire verbouwingen van Haagse Poort en Delftse poort – twee kantoren van Nationale Nederlanden – draaide om ambitieuze doelstellingen. Jeannette Levels vertelt over de meetbaarheid binnen dit project. Lees meer.

MEER WETEN?
Neem contact op met een van onze adviseurs.

Wat betekenen de thema’s duurzaamheid en circulariteit voor LBP|SIGHT?

“Wij houden ons al vijftien jaar bezig met de zin en onzin van duurzaamheid. We proberen om niet elke hype op te pakken alsof die de enige juiste ontwikkeling is, maar we onderzoeken welke mechanismes en fysische principes erachter zitten. Op het moment dat je het hebt over circulariteit, is onze eerste vraag: Is dit een nieuw hype woord? Is het cradle-to-cradle reinvented? Wat wil je bereiken met de circulaire economie? Is de circulaire economie een doel of is het een middel?”

“Ondertussen denken wij dat het allebei is, doel en middel: We willen een circulaire economie omdat we naar een systeem willen gaan dat kan functioneren binnen één aarde. Omdat je ook wilt dat iedereen mee kan doen in dat systeem, betekent dit dat onze economie anders ingericht moet worden.”

Circulariteit wordt vaak primair met materiaalstromen geassocieerd, op welke wijze is het een economisch systeem?

“Daar kan je een behoorlijk fundamentele discussie over voeren. We hebben nog lang niet alle kennis en zeker ook niet alle instrumenten in beeld, maar ondertussen moeten we wel morgen gewoon dingen doen.”

“Materialen zijn een onderdeel van de transitie. De wijze waarop Gielissen, de maatbouwer, binnen het Nationale-Nederlanden project met materiaalstromen omgaat, is een goede actie, ook in het grotere perspectief van de circulaire economie. Alleen moet je niet de fout maken om te denken dat we er daarmee zijn. Wanneer je deze circulaire materiaalstromen verder gaat doorvoeren ga je ook nog tegen economische en fiscale regels aanlopen. Soms zelfs tegen milieuwetgeving regels.”

Circulaire verbouwing NN Workspace 2020

Welke veranderingen moeten er op kort termijn plaatsvinden?

“We moeten meer nadenken over hoe we een circulaire strategie toepassen en meetbaar maken. Momenteel is een circulaire ambitie nog te vaak een soort plusje bij een project. Maar deze case is een geslaagd voorbeeld, omdat hier de circulariteit mede leidend is gemaakt.”

“De echte verandering zit bij de grotere spelers: de bouwers, projectontwikkelaars en gebouwbeheerders. En aan de zijde van de operatie dus bij de mensen die onderhoud plegen en spullen bestellen. Het gebeurt te vaak dat gezegd wordt: Oh, de ketel is stuk, hang er maar een nieuwe in. Impact maak je zowel in de wijze van bouwen als in de gebruiksfase.”

Kantoorinterieurs worden vaak om de paar jaar vervangen, behoren ze daarmee tot de gebruiksfase?

“Ja. Een van mijn eerste vragen was: Voor hoe lang gaan we iets maken? Als de inrichting in jouw organisatie – en het regelmatig vernieuwen daarvan – een belangrijk middel is om de werkprestaties te verbeteren, dan illustreert dat alleen maar waarom je vernieuwen vooral met bestaande spullen moet doen. In een kantoorgebouw dat minimaal vijftig jaar staat, wordt zeker een keer of tien een compleet nieuw interieur gezet, inclusief binnenwanden. De milieu-impact daarvan is ontzettend groot. We hebben bij het Nationale-Nederlanden project, en ook bij andere projecten, doorgerekend wat de grootste vervuilende factoren zijn bij het gebruik. Daar kwamen de binnenwanden en de kantoorinrichting veel dominanter uit dan bijvoorbeeld de gevel en de installaties.”

“Overigens kun je het interieur niet van het exterieur lostrekken: gebouwen zijn bij uitstek gelaagd, vaak met verschillende verantwoordelijke partijen en daar wordt veel afgeschoven. Beter samenwerken en meer verantwoordelijkheid nemen, dat moet deel moeten uitmaken van de systeemverandering die moet gaan plaatsvinden.”

Circulaire verbouwing NN Workspace 2020

Op welk moment zijn jullie bij Nationale Nederlanden betrokken geraakt?

“Nationale Nederlanden kwam bij LBP|SIGHT omdat ze zochten naar een partij die ervaring heeft in het meetbaar maken van circulariteit en het inzichtelijk maken van milieukosten. Samen pratend ontstond al snel het idee om de architecten Fokkema & Partners niet een blanco papier te geven waarop deze een duurzaam ontwerp kon maken. We wilden juist werken met wat er allemaal al aanwezig was. Hoe gaan we een nieuw werkconcept realiseren zonder afval en 100% circulair? Vooraf hebben we meteen tegen Nationale-Nederlanden gezegd dat die doelstelling niet haalbaar was. Je kan niet bijna 40.000 vierkante meter verbouwen en dan nul afval hebben. Wel is het goed om met dat uitgangspunt te vertrekken, want dan ga je in elk geval zo hoog mogelijk uitkomen.”

“Samen met Fokkema & Partners hebben we de uitgangspunten vastgelegd en zij vonden het een leuke uitdaging om hiermee aan de slag te gaan. Natuurlijk schuurt het dan toch in het begin. De architect vraagt bijvoorbeeld of ze een paar veto’s mogen hebben: Als we nou sommige meubels echt heel lelijk vinden, mogen die dan weg? Zo verken je met elkaar de randvoorwaarden. Gaandeweg werd iedereen enthousiaster en fanatieker.”

Op welke wijze hebben jullie de Nationale-Nederlanden verbouwing meetbaar gemaakt?

“De uitgangspunten, een 100% circulair werkconcept zonder afval, hebben we vertaald naar instrumenten om de milieu-impact te kunnen berekenen. Zo hebben we de ‘Afval-ladder’ bedacht, want er moesten uiteindelijk toch spullen weg en daar moest een bestemming voor worden gevonden.”

“We hebben de nullijn gelegd bij recyclen met behoud van waarde. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer een stalen wand zo gerecycled wordt dat er weer een ander hoogwaardig staalproduct ontstaat. Maar de wand kan ook bij het gemengd schroot terechtkomen en dan kan je hem alleen maar recyclen naar gietijzer, en dat heeft een lagere waarde. Op deze manier eindigt veel kunststof in bermpaaltjes. En textiel komt terug in geperste platen – maar niet in bekleding, zoals het oorspronkelijk gebruikt is.”

“Als een partij koos voor een oplossing waarbij ze overtollige materialen wegvoerden voor recycling naar een lágere waarde, dan kregen ze strafpunten. Daaronder hadden we nog een post: verbranding met energieterugwinning, daar gaven we nog meer strafpunten voor. Verbranding met energieterugwinning wordt vaak als een vorm van recycling gezien, maar wij wilden helemaal niets naar de afvalverbrandingsinstallatie brengen. Nog eentje daaronder was: storten, daar hebben we gewoon een rood kruis doorgezet.”

“Pluspunten gaven we als een product echt een tweede leven kreeg. De hoogste categorie, waarmee extra punten verdiend konden worden, was er als een partij componenten of producten binnen het pand ging hergebruiken.”

“Dus, voor recyclen op gelijk niveau kregen partijen een nul, daar beneden strafpunten en daarboven pluspunten. Dat hebben we gekoppeld aan een analyse van de levenscyclus, waarmee we de milieukosten konden uitrekenen.”

Circulaire verbouwing NN Workspace 2020

Hoe werkte deze methode in praktijk?

“Elke bouwende partij kreeg een perceel, een deel van de oude inrichting waar ze verantwoordelijk voor was. Daar hoorde een massabalans bij. In dat rekenmodel werd bijgehouden welke Nationale-Nederlanden materialen ze gebruikten en welke dingen nieuw werden toegevoegd. Uit die massabalans kwam bijvoorbeeld dat van honderd kilo uit het pand tachtig kilo opnieuw kon worden ingezet in het ontwerp. Voor de resterende twintig kilo moest de verantwoordelijke partij dan aangeven wat ze ermee gingen doen. Het kon in de eigen werkplaats worden ingezet voor een ander project of bijvoorbeeld vermalen tot spaanplaat – dat is in het geval van hout nog een vorm van recycling.”

“Wij hielden vervolgens twee scores bij voor elk perceel: een voor de milieu-impact (MKI) van het realiseren van het ontwerp en een voor de manier waarop het afval was verwerkt (de massabalans). Wanneer je als partij verantwoordelijk was voor de tafels en stoelen, dan kreeg je bij de start van het project ook alles wat daar onder viel. Stoffeerde je een bankje opnieuw en zaagde je daarbij een stukje af, dan kreeg je punten voor het hergebruiken van materialen en het zo min mogelijk toevoegen van nieuwe materialen. Maar dan moest je vervolgens ook op zoek naar een bestemming voor de stof die eraf was gehaald, voor het schuim dat niet meer nodig was en voor het resthout dat overbleef.”

Over dit project

Duurzaamheid, cradle-to-cradle, circulariteit, groene interventies, de donuteconomie, geen restafval… Er zijn veel termen en nog meer goede bedoelingen. Maar zeggen dat je iets doet en daadwerkelijk doen, zijn niet hetzelfde. De verbouwing van Haagse Poort en Delftse Poort (twee kantoren van Nationale Nederlanden) onderscheidt zich van andere projecten doordat alles meetbaar en consistent is uitgevoerd. Er is niet alleen gekozen voor hergebruik waar mogelijk, maar er is ook echt verantwoording genomen voor alles wat niet meer toegepast kon worden.

De combinatie van ambities op het gebied van hergebruik, milieu-impact en het toepassen van gezonde materialen, maakte de ontwerp- en bouwopdracht erg complex: veel materialen worden nog niet duurzaam én gezond geproduceerd. Dat reduceert het aanbod en vraagt om een ander proces. Door een intensieve samenwerking binnen het ontwerp- en bouwteam heeft men laten zien dat duurzaamheid en gezondheid samen, en op grote schaal, kunnen worden toegepast.

In het e-book ‘Verbouwing Haagse Poort en Delftse Poort: Niet zeggen maar doen!’ van Nationale Nederlanden is een compilatie te vinden van interviews met toonaangevende partijen die aan dit project hebben meegewerkt. Ze vertellen elk over het proces en wat ze erin ontdekten vanuit hun beroepsperspectief. Bekijk het hele e-book hier (door Marieke van den Heuvel – STUDIO MANN)

Betrokken partijen bij Workspace 2020

Vakgebieden (1)

Medewerkers (1)

Adviseur Jeannette Levels-Vermeer
Jeannette
Levels-Vermeer
Adviseur duurzaamheid, vennoot