Samen werken aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving?
- BezoekadresKelvinbaan 40 (2e etage), 3439 MT Nieuwegein
- PostadresPostbus 1475, 3430 BL Nieuwegein
- Telefoon030-2311377
- E-mailinfo@lbpsight.nl
Dit artikel verscheen op 24 april 2024 op Architectenweb.nl.
25 april 2024
Woongebouwen met cafés of restaurants in de plint: in stedelijke gebieden zien we ze steeds meer. Maar bij het ontwerp van deze woongebouwen wordt niet altijd voldoende rekening gehouden met het geluid dat de functies in de plint genereren, waarschuwt akoestisch adviseur Kaj Tyszka van LPB|SIGHT. Het is voor alle partijen plezieriger, beter en goedkoper om van tevoren de juiste voorzieningen te treffen dan achteraf aanpassingen te moeten doorvoeren.
In een grote Nederlandse stad werd een paar jaar geleden een studentencomplex opgeleverd. Naast een honderdtal appartementen was er in de commerciële plint ruimte voor een kroeg: een mooie kans voor een enthousiaste horeca-uitbater. Helaas stond na een aantal weken handhaving op de stoep vanwege klachten van bewoners over de hoorbaarheid van muziekgeluid. Uit het vervolgonderzoek kwamen dermate kostbare geluidmaatregelen naar voren, dat de horeca-uitbater voor de keuze kwam te staan: een zeer kostbaar pakket met maatregelen uitvoeren – waarna het nog steeds niet mogelijk zou zijn om het café zoals gewenst te exploiteren – of vertrekken.
Helaas ziet Kaj Tyszka we dergelijke situaties vaker langskomen. Woongebouwen met cafés of restaurants in de plint zijn populair: ze dragen bij aan de levendigheid van de buurt en vormen een mooie overgang tussen de openbare ruimtes en de woningen. Maar tijdens de ontwerpfase wordt niet altijd goed nagedacht over de invulling van de bedrijfsvoering in de commerciële plint. Dat, terwijl verschillende bedrijfsvoeringen – zoals restaurants of cafés – andere geluidniveaus met zich meebrengen en daarom andere bouwkundige voorzieningen vragen.
De geluidregels voor bedrijven in Nederland zijn sinds 1 januari 2024 opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente. Hierin staan de grenswaarden voor geluid op de gevels van gebouwen met een geluidgevoelige bestemming, zoals scholen, kinderdagverblijven, woningen en ziekenhuizen. Is er sprake van een woongebouw met commerciële plint en aangrenzende woningen? Dan heb je ook te maken met de grenswaarden voor in- of aanpandige woningen. Het geluid moet in dat geval bepaald worden volgens meet- en rekenmethode geluid industrie, omschreven in de Omgevingsregeling.
Normaal wordt bij geluidberekeningen voor elke geluidbron die onderdeel is van de bedrijfssituatie, een bedrijfsduurcorrectie Cb toegepast. De Cb is een correctie voor het percentage van de tijd dat een geluidbron niet in bedrijf is. Dit wordt verrekend per beoordelingsperiode (dag, avond of nacht). Het geluid wordt als het ware ‘uitgesmeerd’ over de periode. In de avond- en nachtperiode gelden daarbij respectievelijk 5 en 10 dB strengere eisen dan in de dagperiode.
Daarnaast mag de Cb volgens de Omgevingsregeling niet worden toegepast voor muziek. Dit betekent kort gezegd dat het niet uitmaakt of het afspelen van muziek een uur duurt of de hele middag. Naast het achterwege laten van de Cb wordt bij duidelijk herkenbaar muziekgeluid bij de ontvanger het geluid van een inrichting 10 dB strenger beoordeeld. Er is geen objectief criterium voor wat herkenbaar muziekgeluid is: dit wordt beoordeeld door het bevoegd gezag.
Naast het geluidniveau is ook het spectrum (de samenstelling van het geluid) van belang. In laagfrequent geluid (de bastonen) zit veel meer energie dan in hoogfrequent geluid. Om het geluid in dit deel van het frequentiespectrum te isoleren, zijn al snel zware maatregelen nodig. Muziek met relatief veel bassen moet dan ook anders beoordeeld worden en vraagt om andere maatregelen dan achtergrondmuziek in een restaurant.
Naast het geluidniveau en het muziekgeluidspectrum spelen ook openingstijden een rol. Binnen een etmaalperiode zijn er namelijk andere grenswaarden gedefinieerd. Zo is de toelaatbare geluidbelasting op de gevel of het toelaatbare geluidniveau in een ruimte van een in- of aanpandige woning ‘s nachts 10 dB minder dan overdag, dus de eis is 10 dB strenger.
De regels voor muziekgeluid zijn dus een stuk strenger dan voor ander geluid dat bij de bedrijfssituatie van een bedrijf hoort. Dat is ook niet gek. Muziek kan – zelfs bij hele lage geluidniveaus – bij de ontvanger al herkenbaar zijn, onder andere door het ritme en de bas. Dit wordt door mensen als extra hinderlijk ervaren; je kunt er letterlijk van wakker liggen. Het is daarom belangrijk om van tevoren na te denken over het geluidniveau en het bijbehorende geluidspectrum dat past bij de geprojecteerde bedrijfsvoering in de plint. Over het algemeen geldt: wie iets met muziek doet, kan er eigenlijk altijd van uitgaan dat het in de bovenliggende woningen hoorbaar is en moet dus rekening houden met extra voorzieningen.
De geluidoverdracht naar in- of aanpandige woningen is een belangrijke overweging bij het ontwerpen en exploiteren van horecabedrijven. Deze geluidoverdracht kan op verschillende manieren plaatsvinden: directe overdracht door materialen/constructies heen, indirecte (of flankerende) overdracht via constructies, of omloopgeluid via openingen.
De aanwezigheid van een in- of aanpandige woning kan beperkend zijn voor de maximaal te realiseren geluidisolatie en daarmee het toelaatbare muziekgeluid binnen een horecabedrijf. Dit komt door de indirecte, of flankerende overdracht. Zo houdt een goed geluidisolerende plafond- of wandconstructie een deel van het geluid tegen, maar niet alles. Een deel van het geluid zal nog steeds in de basisconstructies van het pand terechtkomen. Via deze basisconstructies zoals de vloeren, bouwmuren, gevels, enzovoort, vindt het geluid zijn weg naar de woning.
Komt er geluid in de horecaruimte voor dat minder is of gelijk staat aan een geluidniveau van 70 dB(A)? Dan zijn er geen extra geluidmaatregelen nodig. Dit is bijvoorbeeld zo bij restaurants of eetcafés zonder dj of optredens en waar achtergrondmuziek ten gehore wordt gebracht. Maar in horeca-inrichtingen waar muziek wordt geproduceerd treden al gauw geluidniveaus op de 70 dB(A) overschrijden. Denk bijvoorbeeld aan een druk (jongeren)café. Daarom is het goed om in het kader van verhuurbaarheid van een commerciële ruimte voldoende vrije ruimte/hoogte aan te houden in het ontwerp, zodat een toekomstige huurder de mogelijkheid houdt om extra geluidmaatregelen te voorzien – mocht dat nodig zijn.
Daarnaast wordt voor de verhuur van de ruimten geadviseerd om toekomstige huurders in een verhuurovereenkomst attent te maken op de geluidvoorwaarden. Hierin kunnen dan ook private eisen worden opgenomen over bijvoorbeeld geluidisolatiewaarden of over het gebruik van de ruimten, zodat tussen huurders onderling ook geen geluidklacht ontstaat. Tussen huurders onderling geldt namelijk wettelijk geen geluideis.
Veel partijen denken: eventuele geluidoverlast los ik achteraf wel op. Maar dat is bouwkundig ingrijpender en ook veel duurder dan het vooraf voorkomen. Het achteraf moeten oplossen is ook voor alle partijen vervelend: voor de omwonenden, voor de horeca-uitbater en voor de projectontwikkelaar. Het is veel beter om met de juiste adviseurs tijdens de ontwerpfase goed na te denken over het geluid.