Samen werken aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving?
- BezoekadresKelvinbaan 40 (2e etage), 3439 MT Nieuwegein
- PostadresPostbus 1475, 3430 BL Nieuwegein
- Telefoon030-2311377
- E-mailinfo@lbpsight.nl
2021 – 2022
Berekeningen impact en advies gebruik circulair isolatiemateriaal
In het kader van een challenge van gemeente Amsterdam hebben woningcorporaties Eigen Haard en Woonzorg Nederland een onderzoek gestart naar het gebruik van alternatieve, circulaire isolatiematerialen. Wij hebben hen geholpen bij het berekenen van de impact per type materiaal en we leerden samen belangrijke lessen over het introduceren van nieuwe materialen in het bouwproces.
Woningcorporaties isoleren op grote schaal. Het isoleren van huurwoningen vermindert het energieverbruik en daarmee de uitstoot van CO2. Eigen Haard en Woonzorg Nederland gebruiken dan ook veel isolatiemateriaal. Maar de productie van het isolatiemateriaal zelf heeft ook impact op het milieu.
Er zijn veel verschillende producten op de markt, die allemaal hun eigen unieke eigenschappen hebben. Dat maakt het lastig om de meest milieuvriendelijke keuze te maken. Daarom vroegen de woningcorporaties ons om meer inzicht te geven in gangbare en alternatieve isolatiematerialen. Senior adviseur bouwfysica en duurzaamheid Janneke van der Weerd heeft samen met collega Gerwin Beukhof, LCA-deskundige, de impact van circulaire materialen overzichtelijk in kaart gebracht.
Janneke heeft materialen onderzocht in twee categorieën: spouwmuurisolatie en de isolatie voor een gevel of hellend dak. Hiervoor zijn veel verschillende materialen op de markt, zoals stro, schapenwol, cellulose, kooltherm, kurk en schelpen. Deze voldoen niet allemaal aan de eisen van de woningcorporaties. “De materialen moeten direct en in grote getalen beschikbaar zijn”, legt Janneke uit. “We hebben naar verschillende aspecten gekeken. Zo moet er voldoende materiaal beschikbaar zijn om in enkele jaren grote aantallen woningen te renoveren. En moet het materiaal technisch ook toepasbaar zijn in de specifieke situatie. Ook mag het materiaal niet schadelijk zijn voor de bewoners en hebben we gekeken naar de isolatiewaarde, de prijs en de technische levensduur.”
Janneke: “We hebben alle criteria SMART gemaakt en de bruikbare materialen geselecteerd. Uiteindelijk bleven er twaalf alternatieve materialen over: hier hebben we uitgebreider onderzoek naar gedaan, net als naar verschillende conventionele materialen. De onderzochte alternatieven moeten een vergelijkbare isolatiewaarde hebben.”
“De twaalf geschikte materialen kregen een Milieu Kosten Indicator-score en scores op gezondheidseffecten, CO2-uitstoot en circulariteit”, vertelt Janneke. “Voor de gezondheidsscores was er literatuuronderzoek beschikbaar. De CO2-uitstoot en de MKI-scores hebben ik en mijn collega’s zelf berekend via een levenscyclusanalyse op basis van gegevens van de leveranciers. Zo hebben we de impact per isolatiemateriaal in kaart gebracht.”
Janneke heeft ook voor alle materialen circulariteitsscore bepaald. “Daarvoor zijn we in het productieproces gedoken. We hebben uitgezocht welk percentage van de grondstoffen circulair was. Vervolgens hebben we de percentages bepaald voor circulariteit aan het einde van de levensduur van het materiaal, dus: welk percentage van het materiaal kan weer opnieuw gebruikt kon worden.”
Veel van de alternatieve isolatiematerialen scoren hoog op het percentage circulaire grondstoffen. Maar het percentage dat na het afbreken van een gebouw gerecycled wordt, is relatief laag. “Dat ligt niet aan de materialen zelf”, legt Janneke uit. “Het recyclen van isolatiematerialen gebeurt nu nog minimaal, omdat er nog geen systeem is om deze materialen in te zamelen.”
Er komt één favoriet uit het onderzoek naar voren voor de isolatie van de spouwmuur: een EPS-parel gemaakt van gerecycled papier. Janneke: “Een biobased EPS (persplaat) op basis van cellulose was in ons onderzoek de beste optie. Het product bestaat voor honderd procent uit gerecycled materiaal en de CO2-uitstoot bij de productie ervan is erg laag.”
Isolatie aan de binnenzijde van een hellend dak, of gevelisolatie had twee zeer geschikte circulaire materialen: “De houtvezel kwam als meest lovend uit de bus, maar dat is wel een duur product. Isovlas is een goede tweede. Dit is een goedkoper product met ongeveer dezelfde eigenschappen. Daarom hebben we isovlas als alternatief aangeduid.”
De circulaire materialen zijn toegepast en getest in twee pilotprojecten in Amsterdam. “Daarbij hebben we vooral veel geleerd over het proces”, zegt Janneke. Een van de lessen: het gebruik van nieuwe producten kan ook weerstand oproepen. Projectleiders en aannemers zien het niet altijd zitten om met een nieuw materiaal aan de slag te gaan, omdat er bijvoorbeeld nog geen prijsafspraken zijn met de nieuwe leveranciers. Ook durven aannemers geen garanties te geven wanneer ze voor het eerst met een nieuw materiaal gaan werken.”
Die weerstand vormt volgens Janneke een belangrijk leermoment: “Dit waren renovatieprojecten die al liepen. Er zat al een aannemer op, die zich had ingeschreven op de opdracht, met het idee om vertrouwde materialen te gebruiken. Het is begrijpelijk dat die verrast werd door de wens om nieuwe materialen te gebruiken.” Daarom moet de wens voor circulaire isolatiematerialen volgens Janneke in de toekomst als randvoorwaarde in de inschrijving staan.
Het onderzoek voor Eigen Haard en Woonzorg Nederland is online beschikbaar voor iedereen die duurzamer wil isoleren. Janneke licht toe dat de impact van het soort isolatiemateriaal niet gigantisch is: “De impact van wel of niet isoleren is vele malen groter.” Toch is het erg belangrijk dat woningcorporaties deze stappen zetten. “Nu wordt de keuze voor de meest milieuvriendelijke isolatiematerialen opgenomen in het beleid. Dat vormt weer de basis voor meer duurzame maatregelen.” Zo wordt de duurzame theorie steeds meer werkelijkheid. “De volgende stappen worden al gezet en de corporaties zitten niet stil”, zegt Janneke. Zo lopen er pilotprojecten voor het verduurzamen van glas en inbouw, zoals keukens en toiletten.
Woningstichting Eigen Haard is werkzaam in de regio Amsterdam en heeft zo’n 57.000 woningen in bezit. Eigen Haard zorgt ervoor dat zoveel mogelijk mensen met lage en middeninkomens in de regio Amsterdam betaalbaar kunnen wonen, in prettige buurten en in woningen van goede kwaliteit. Duurzaamheid en circulariteit zijn daarbij belangrijke pijlers.
Woonzorg Nederland is een landelijke woningcorporatie voor senioren. De organisatie is actief in 170 gemeenten, en heeft zo’n 43.000 wooneenheden in bezit. Daarvan verhuren ze er 30.000 aan particulieren en 13.000 aan verzorgings- en verpleeghuizen.