Samen werken aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving?
- BezoekadresKelvinbaan 40 (2e etage), 3439 MT Nieuwegein
- PostadresPostbus 1475, 3430 BL Nieuwegein
- Telefoon030-2311377
- E-mailinfo@lbpsight.nl
Dit artikel verscheen eerder op Bouwwereld.
26 november 2017
Er wordt veel geschreven en gesproken over circulariteit in de bouw, maar een algemene definitie, een gevalideerde rekenmethode en een landelijke doelstelling ontbreken nog. Als de ambitie circulair bouwen is, wat zijn dan op dit moment de meest voor de hand liggende maatregelen voor onder andere een opdrachtgever, (interieur-)architect, bouwer of adviseur?
Aansluitend bij de definitie van Brundtland is een duurzame ontwikkeling een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van nu, zonder toekomstige generaties die mogelijkheid te ontnemen. De term ‘circulair bouwen’ impliceert in dat kader nog een stap verder te gaan dan ‘duurzaam bouwen’. En refereert in meest utopische zin aan het bouwen van een bouwwerk, zonder daarbij niet-hernieuwbare grondstoffen te betrekken en zonder afval te produceren. Hoogwaardig hergebruik staat hierbij voorop, hergebruik in een lagere toepassing – ‘downcycling’ – moet zoveel mogelijk worden voorkomen omdat dit uiteindelijk toch nog tot afval leidt.
Om circulair bouwen van een utopie om te vormen naar een praktisch af te kaderen ambitie, geven wij het volgende stappenplan als praktische leidraad.
Ook al is er (nog) geen strikte definitie, dit stappenplan komt veel in gelijke vormen terug. Zie bijvoorbeeld het rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’, transitieagenda Bouw.
Vooropgesteld moet worden dat elk te (ver)bouwen gebouw uniek is. Onder andere de locatiegebonden randvoorwaarden, eisen en wensen ten aanzien van het gebruik en de beschikbare financiële middelen, stellen specifieke eisen. De invulling van het begrip circulair bouwen zal daarmee nooit een algemene checklist worden, maar een projectspecifieke ambitie. De Trias Ecologica (zie afbeelding 1) helpt de gedefinieerde stappen nader in te vullen.
Materiaalgebruik minimaliseren kan op verschillende manieren. In meest letterlijke zin is dit niets anders dan geen overbodige materialen toevoegen. Dat kan door het maken van een compact ontwerp: een laag percentage geveloppervlakte ten opzichte van de vloeroppervlakte leidt tot minder materiaalgebruik én minder energiegebruik (tevens gunstig voor de nieuwe BENG-wetgeving). Bijvoorbeeld de toepassing van een klimaatgevel (twee gevels in plaats van één) moet in het licht hiervan nog eens kritisch bekeken worden.
Een andere mogelijkheid om het gebruik te reduceren is door een zo lang mogelijke levensduur van materialen na te streven. De kwaliteit van het ontwerp en van de toegepaste materialen is daarbij van groot belang. Biedt het ook in de toekomst nog voldoende comfort, energiezuinigheid, gezondheid, flexibiliteit en gebruikskwaliteit? Een heel belangrijke vraag in dit kader is ook: is de materiaaltoepassing afgestemd op de gebruiker? Hoe vaak gebeurt het niet dat een opgeleverd kantoorgebouw meteen door de huurder van een nieuwe afwerking wordt voorzien. En wie kent er geen huiseigenaar die na oplevering van zijn nieuwbouwwoning meteen de stalen binnenkozijnen en honingraatdeuren gaat vervangen door houten exemplaren. Er zijn verschillende redenen voor, maar om eerlijk te zijn: de wensen van de gebruiker zijn heel vaak niet de belangrijkste drijvende kracht van een (her)ontwikkeling.
Wanneer we spreken over milieubelasting of milieuprestatie, kijken we naar de emissies en uitputting van grondstoffen die een materiaal of bouwproduct gedurende zijn levenscyclus veroorzaakt. In volgorde van een lage naar minder lage milieubelasting, zijn er de volgende mogelijkheden:
Hoe korter de levensduur van een gebouw hoe belangrijker het is om na te denken over het hergebruik na de gebruiksfase. De tijdelijke rechtbank in Amsterdam is daar een goed voorbeeld van (zie de volgende paragraaf). Bedenk verbindingen die na gebruik zonder materiaalschade weer opnieuw te (de)monteren zijn, zodat het gebouw geheel of in delen te hergebruiken is. Een materialenpaspoort – een overzicht van de in het gebouw gebruikte materialen en verwerking daarvan – helpt daarbij. In het verlengde daarvan is Madaster een online platform waar onder andere die data van gebouwen is op te slaan. Modulair bouwen, het gebruik van prefab producten en standaardmaten maakt hergebruik van bouwproducten eenvoudiger.
Toch is hier nog een grote omslag te maken. In welke mate accepteert een gebruiker of eigenaar tweedehands materialen in zijn gebouw? Hoe behouden producten na gebruik hun kwaliteit, zodat deze hoogwaardig te hergebruiken zijn. En hoe maken we hergebruik betaalbaar, wanneer arbeidsuren duur zijn en hergebruik nog arbeidsintensief is? Kunnen we een monitoringsysteem bedenken voor constructieonderdelen, zodat deze na gebruik veilig te hergebruiken zijn in een nieuw gebouw? Waardoor de regelgeving op gebied van constructies verantwoord gewijzigd kan worden?
Een praktijkvoorbeeld van circulair bouwen is de nieuwbouw van de tijdelijke rechtbank in Amsterdam, waar ook LBP|SIGHT bij betrokken was. Belangrijk selectiecriterium van de opdrachtgever was het voorkomen van afval en het maximaliseren van de restwaarde van het gebouw. Hier was dit een extra waardevol criterium vanwege het tijdelijke karakter van het gebouw, tot de definitieve nieuwbouw op de locatie van de oorspronkelijke rechtbank gereed is.
Ondanks het tijdelijke karakter werden hoge eisen gesteld aan de representativiteit, het gebruikscomfort en de veiligheid. Een goed hergebruik van het gebouw na de tijdelijke gebruiksperiode wordt daarmee nog essentiëler. Zo zijn de vloerelementen op maat gemaakt en voorzien van een speciale verbinding waarmee ze in het staalskelet worden vastgebout. Ook bij de knopen van de staalconstructie is rekening gehouden met de- en hermontage. De prefab betonnen dozen voor de cellen kunnen hergebruikt worden als kelders. De gevelbekleding van doek is eenvoudig te hergebruiken of te recyclen. Ook is na afloop van de gebruiksperiode het gebouw in zijn geheel herbruikbaar op een andere locatie. Daarnaast is tijdens het ontwerpproces gezocht naar zoveel mogelijk gebruik van donormaterialen. Zo komen de celdeuren uit een oude gevangenis.
Circulair bouwen blijft een veelomvattende term, een grote kapstok waaraan heel veel opgehangen kan worden. Door het gegeven praktische stappenplan wordt het eenvoudiger concrete ambities te definiëren bij een project. Er kan een ambitiekader worden gemaakt, passend bij de opgave, het doel en de wensen. Een adviseur kan daarbij goed richting geven. Er zijn (vooralsnog) geen instrumenten die het totale begrip circulair bouwen kunnen kwalificeren. Maar wel instrumenten die daarbij kunnen ondersteunen.
Grondstofbronnen zijn eindig en dat einde is niet heel ver weg. We moeten beseffen dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen en bij het ontwikkelen van een gebouw anders met materialen omgaan. Er zijn inmiddels goede voorbeelden en inspirerende alternatieven. Ook wordt met het stellen van een grenswaarde aan de milieuprestatie van een gebouw (MPG) per 1 januari 2018 weer een stap voorwaarts gezet. Toch is er nog een lange weg te gaan en zijn er diverse hobbels te overwinnen. Er zullen financiële of wettelijke prikkels nodig zijn om de massa te bewegen, er is onderzoek nodig, alsmede nog meer geslaagde voorbeelden. Maar we kunnen niet anders dan concluderen dat verantwoord en toekomstbestendig bouwen op dit moment niet meer kan zonder circulariteit in iedere ontwikkeling centraal te stellen.